Wat een lekker ijsje…

Herkennen meertalige kinderen ironie beter dan eentalige kinderen?

Als ik van een vriend een kop koude koffie krijg, kan ik laten weten dat ik daar niet blij mee ben door hevig te fronsen, mijn hoofd wat te kantelen en op een chagrijnige toon te zeggen “Wat een lekker bakkie koffie!”. Mijn vriend zal gelijk snappen wat ik bedoel en begrijpen dat ik ironisch ben. Bij ironische uitingen zijn de verbale informatie (de woorden die je zegt) en non-verbale informatie (wat je doet met je gezicht, de rest van je lichaam en de intonatie van je stem) in conflict. Om een ironische zin te kunnen begrijpen moet je deze tegenstrijdige informatie dus kunnen herkennen en begrijpen dat de spreker het tegenovergestelde bedoelt van wat hij zegt (‘wat een AFSCHUWELIJKE koffie is dit!?!’).  

Voor kinderen is ironie erg lastig. Pas vanaf de leeftijd van ongeveer 5 jaar kunnen kinderen ironische zinnen begrijpen. Uit eerder onderzoek blijkt dat meertalige kinderen meer letten op non-verbale informatie dan eentalige leeftijdsgenoten. Daarom vroegen wij ons af: zijn meertalige kinderen beter in het begrijpen van ironie dan eentalige kinderen? 

Het afgelopen jaar deden 120 kinderen van 5 t/m 7 jaar oud mee aan ons onderzoek. De helft van de kinderen was eentalig (Nederlands) en de andere helft leerde behalve Nederlands tenminste nog een andere taal. Kinderen deden allerlei taaltaakjes op school of bij hen thuis. De belangrijkste taak was de ‘ironie-taak’: kinderen zagen video’s van verschillende sprekers die zinnetjes zeiden als “Wat een mooie auto”. Ze deden dit op ofwel een ironische manier of een niet-ironische manier. De opdracht voor de kinderen was om voor elke video (elke zin) te beslissen of ze dachten dat de spreker echt meende wat hij zei of dat dat niet het geval was. Niet alleen hun beslissing (wel/niet ironisch), maar ook de snelheid waarmee ze hun antwoord gaven werd gemeten. 

De allereerste voorlopige resultaten laten zien dat alle kinderen langzamer reageren op ironische dan op niet-ironische uitingen. Dit wijst erop dat deze moeilijker te begrijpen zijn. De meertalige kinderen hadden meer moeite met het herkennen van ironie dan eentalige kinderen. Op niet-ironische zinnen was er geen verschil tussen de groepen.  

Waarom eentalige kinderen ironische zinnen gemakkelijker herkenden kan komen doordat zij de spraak vloeiender konden verwerken.  Als je bijvoorbeeld nog bezig bent met het begrijpen van wat je hoort, kun je minder aandacht geven aan wat je ziet, zelfs als je mogelijk gevoeliger bent op non-verbale informatie op te pikken.  Door middel van verdere analyses en een vervolgonderzoek gaan we de komende tijd proberen een goede verklaring te vinden. In een volgende nieuwsbrief zullen de uiteindelijke bevindingen worden gedeeld. 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *